Zodra de baringspijn begint, reageert jouw lichaam direct door natuurlijke pijnstillers (endorfines) aan te maken. Angst of spanning belemmert de aanmaak van endorfines. Daarom is het belangrijk zo ontspannen en rustig mogelijk te zijn tijdens de bevalling.
Wil je bevallen met pijnstillers dan moet je altijd naar het ziekenhuis en wordt je overgedragen aan de gynaecoloog. Je kunt kiezen uit een aantal verschillende methoden:
Pethidine wordt toegediend met een injectie in je bovenbeen. Het is een morfine-achtige stof en werkt 2 tot 4 uur. Je wordt er suf en slaperig van en ongeveer 1 op de 3 vrouwen is tevreden over het effect. Tegenwoordig wordt pethidine eigenlijk alleen nog toegediend in de allereerste fase van de bevalling als de weëen nog niet erg heftig zijn. Het geeft even wat verlichting zodat je wat kunt uitrusten en slapen voor de echte bevalling gaat beginnen.
Remifentanil is een morfine-achtige stof die wordt toegediend via een infuus in je arm dat vastzit aan een pompje. Je kunt zelf met een drukknop de hoeveelheid bepalen die je toegediend krijgt. Het pompje is zo afgesteld dat je nooit teveel kunt krijgen. Remifentanil werkt snel, binnen een paar minuten, en is ook na een paar minuten weer uit je bloed verdwenen. Het verdooft de pijn enigzins en je wordt er ontspannen van, maar je voelt de weëen nog steeds. Remifentanil kan invloed hebben op je ademhaling en het zuurstofgehalte in je bloed. Daarom moet je continu zorgvuldig in de gaten gehouden worden.
De ruggeprik is een injectie in je onderrug met een combinatie van verschillende pijnstillende medicijnen. De anesthesist brengt onder plaatselijke verdoving onder in je rug een naald aan. Via de naald wordt een dun, soepel slangetje in je rug gebracht. De naald gaat er weer uit, het slangetje blijft zitten. Door dit slangetje krijg je tijdens de hele bevalling pijnstillende medicijnen toegediend. Binnen 15 minuten voel je dat de pijn een stuk minder wordt.
Voordelen van een ruggeprik:
Nadelen van een ruggeprik:
Lees voor meer informatie de folder